SV | Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn; Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken. |
WLC | יִקְרָאֵ֨נִי ׀ וְֽאֶעֱנֵ֗הוּ עִמֹּֽו־אָנֹכִ֥י בְצָרָ֑ה אֲ֝חַלְּצֵ֗הוּ וַֽאֲכַבְּדֵֽהוּ׃ |
Trans. | yiqərā’ēnî wə’e‘ĕnēhû ‘immwō-’ānōḵî ḇəṣārâ ’ăḥalləṣēhû wa’ăḵabəḏēhû: |
Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn; Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn; Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!